Provinciehuis Assen – 2 maal een periode. Solo - gemeentehuis Annen Solo - 1996 tot en met 1998: het beeld in de openbare ruimte “Fibonacci in de kring” werd geplaatst in: Annen – Westerbork – Schoonebeek – Odoorn – Hoogeveen – Havelte – Deurze – Annen (blijvend). Raadzaal Norg Der Aa – kerk Groningen Ontwerp beeld bij een school in Rijswijk
1997
Solo - Rabobank Hoogeveen Solo - Havelte Ontwerp beeld in Bladel: “een verrassende doorkijk” + expositie
1999
Bouwbeurs in de Jaarbeurs in Utrecht met monumentale kunst: op 4 verschillende plekken werden schilderijen en beelden tentoongesteld, alsmede in de tuin van de Jaarbeurs het grote beeld (in gele kleur) van Henk Crouwel: dit beeld kreeg 1 van de 3 nominaties (op 19 monumentale beelden) voor de kunstvak-juryprijs en was winnaar van de publieksprijs. Tentoonstelling “regels zijn regels” in Nijmegen The Planet Art Gallery in Kaapstad – Zuid-Afrika.
2000
Art Room in Alkmaar Mondriaanhuis in Amersfoort Ontwerp voor een beeld in Lochem Definitieve plaatsing van het grote beeld op de Jaarbeurs (zie 1999) in Hellevoetsluis: beeld in de openbare ruimte
2001
Galerie Kunen in Dülmen in Duitsland Mondriaanhuis in Amersfoort Galerie in Utrecht
2003
Solo - galerie Havendijk 80 in Gorcum Mondriaanhuis in Amersfoort Museum für konkrete Kunst in Hünfeld - Duitsland
2004
Arte Struktura in Milaan – Italië Universiteit In Calgary – Canada Galerie Havendijk 80 in Gorcum
2005
Solo - privé-expositieruimte in Cothen Solo - privé-expositieruimte in Utrecht
2006
Künstlerforum in Bonn – Duitsland Solo - galerie de Boog (private expositie) in IJsselstein
2008
St.Joseph-galerie in Leeuwarden Arte Struktura in Città di Desenzano del Garda – Italië
2009
tentoonstelling In-Forma Geometrica in het Museo Civico di Castelnuovo in Napels – Italië St.Joseph-galerie in Leeuwarden Movement, Light, Space, Time, Dimension and Color in het Museum voor Geometric and Madi Art in Dallas – U.S.A. Solo - privé-expositieruimte in Vleuten – Utrecht
2010
Museum van Lien – Fijnaart: 50 jaar geometrische kunst in Nederland en België St.Joseph-galerie in Leeuwarden Solo - Mondriaanhuis in Amersfoort Wiskunde-faculteit Rijksuniversiteit Leiden
Publicaties
2010
Henk Crouwel, De poëzie van het systeem
Bruno Ernst en Rinus Roelofs, Henk Crouwel & Bathsheba Grossman, Henk Crouwel - schilder van harmonie in vorm en kleur. Een uitgave van de stichting Ars et Mathesis
In deze hierboven genoemde jaarlijkse uitgave van de stichting Ars et Mathesis staat de volgende inleiding op de persoon en het werk van Henk Crouwel:
Een schilderij van Henk Crouwel spreidt rust om zich heen. De vormen en kleuren vloeien als het ware over de begrenzing van het doek. Het zijn geen schilderijen voor een huiskamer; door hun sterke interactie met de omgeving vullen ze een hele muur, al zijn ze meestal niet groter dan een vierkante meter. Crouwel bereikte dit effect door binnen een streng mathematisch kader te werken: de gebruikte verhou- dingen van lijnen en vlakken vindt hij in wiskundige reeksen, in hoofdzaak in de reeks van Fibonacci. Deze ontstaat als we beginnen met de getallen 0 1, de daarop volgende getallen ontstaan door steeds de twee voorafgaande getallen bij elkaar op te tellen: 0 1 1 2 3 5 8 13 ... etc.. Door binnen dit kader te werken (een zelfgekozen beperking) wordt chaos verme- den. Zelfs schrijft hij daarover: "van chaos gruw ik, rommel maakt mij rusteloos, wanorde wreekt zich steeds weer. Structuur, systeem en ordening aanbrengen bant wanorde uit. Getallen en hun onderlinge verhoudingen staan aan de basis van die structuur en ordening. Dan ontstaat bij het beeldend werken ook een zuiver even- wicht en een helderheid, die voor mij tot schoonheid leiden. In de compositie van mijn werken zijn die structuur en ordening zichtbaar. Getallenreeksen - bijvoorbeeld die van Fibonacci - zijn regelmatig elementaire hulpmiddelen bij die compositie. Het beeld dat dan zichtbaar wordt kan dan ook alleen maar een evenwichtig, veelal een- voudig en helder beeld worden, ook bij voor het oog ingewikkeldere composities."
De Fibonacci-reeks levert eindeloos veel verschillende verhoudingen op; de keuze van Crouwel is dus nauwelijks een beperking van zijn artistieke mogelijkheden te noemen. Lang heeft men gedacht, dat er slechts één volmaakte verhouding be- stond: de zogenaamde gulden snede-verhouding, die men krijgt door een lijnstuk zo te verdelen dat het grootste deel zich verhoudt tot het kleinste als het hele stuk tot het grootste. Dat kunnen we zo noteren: g:k = (g+k):g. De verhouding g:k is dan de gulden snede-verhouding. Uit een berekening blijkt dat deze gelijk is aan 1,62. In de oudheid (Zie bv. het boek van de Romeinse architect Vitruvius) had men daar al een verklaring voor: deze verhouding zou te vinden zijn in alle proporties die men aan de ideale mensfiguur kon meten. Eeuwen later bracht Leonardo da Vinci dit in beeld in zijn meest bekende tekening (de Vitruviusman), die we nu zelfs vinden op de achter- kant van de Italiaanse euromunt. Vitruvius vond dat deze verhouding ten grondslag moest liggen aan de architectuur van tempels; het was immers de proportie die de goden hadden gebruikt bij het scheppen van de mens. Tot in onze tijd wordt deze verhouding door beroemde architecten gebruikt: het maatsysteem le Modulor van Le Corbusier is daar het bekendste voorbeeld van.
Ik geloof niet in één volmaakte verhouding. Er zijn veel meer verhoudingen die wij als juist, als prettig ervaren. In ons brein worden signalen die van ons netvlies ko- men beoordeeld en verwerkt en kennelijk worden ook verhoudingen getoetst en gekeurd. Hoe dat in zijn werk gaat weten we niet maar aan een triviaal voorbeeld kunnen we zien dat dit gebeurt. Er moet een schilderij opgehangen worden. Tech- nisch is dat een eenvoudige klus, al worden daar juist allerlei grapjes over gemaakt. Het echte probleem zit in het vinden van de juiste plaats en stand. Er wordt einde- loos met het schilderij over de muur geschoven: "wat meer naar rechts, links, hoger, ietsjes lager"... etc.. Tot we zeggen "Ja, goed zo." Waarom is het dan goed? Kenne- lijk heeft ons brein het vermogen om afmetingen met elkaar te vergelijken en dan te beslissen wat de juiste, prettigste verhouding met de omgeving is. Welke normen daaraan ten grondslag liggen is weinig onderzocht... dat blijft nog een groot raadsel. Dat het hier gaat om één bepaalde verhouding (gulden snede) is hoogst onwaar- schijnlijk. Crouwel gebruikt een systeem, dat vrijwel oneindig veel verschillende ver- houdingen omvat en zijn schilderijen tonen dat deze voor ons brein acceptabel zijn. Daarmee is niet bewezen, dat andere verhoudingen dat niet zijn, maar wel dat het werken binnen dit maatsysteem met zijn vele mogelijkheden door ons geaccepteerd wordt.
"De kleuren in mijn werken zijn belangrijk", schrijft Crouwel. "Een intense kleuren- pracht is voor mij als een verwijzing naar het schitterende en veelzijdige leven dat genoten moet worden...". Het zijn de primaire en secundaire kleuren uit de zesdelige kleurencirkel alsmede de kleuren daartussen uit de twaalf- of vier en twintig-delige kleurencirkel. Omdat het kleurgebruik hier afgeleid is uit een niet op wiskunde geba- seerde systematiek is de keuze van de kleuren in Crouwels schilderijen in wezen intuïtief, maar altijd helder door zijn keuzen uit de bekende kleurencirkels.
Henk Crouwel werd in 1930 in Groningen geboren. Na de HBS haalde hij de akte Lichamelijke Opvoeding MO. Vooral ritmische gymnastiek en athletiek hadden zijn belangstelling. Hij studeerde ook Geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht en gaf lang les in beide vakken aan een PABO in Utrecht. Later studeerde hij belas- tingrecht en werkte 16 jaar zelfstandig als belastingadviseur. Op het gebied van de beeldende kunst is hij autodidact en vanaf 1993 kan hij zich grotendeels wijden aan het schilderen en het ontwerpen van driedimensionale objecten.